Basisbereikbaarheid

In juni 2019 trad het decreet Basisbereikbaarheid in werking. Met dit decreet wil Vlaanderen overschakelen van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. 
Een concept waarbij een vraaggestuurde visie op mobiliteit en combimobiliteit centraal staat.

Belangrijkste speerpunten

Het openbaar vervoerplan treedt in werking in 2023. De komende maanden wordt het plan voorgesteld aan stakeholders en gemeenteraadsleden tijdens infomomenten en, waar nodig, bijgestuurd.

De belangrijkste speerpunten zijn:

  • een busnetwerk dat zowel qua reiswegen als qua dienstregeling beter wordt afgestemd op het treinnetwerk van de NMBS en inspeelt op de effectieve vervoersvraag tussen kernen;
  • inzetten op sterke stamassen, dus hogere frequenties op die assen waar de grootste verplaatsingsstromen worden vastgesteld, zowel tijdens weekdagen als in het weekend;
  • het bundelen van een aantal buslijnen op grote assen waardoor frequenter, maar ook sneller gereisd kan worden;
  • een geïntegreerd avond- en nachtnet met latere ritten op de sterke stamassen binnen stad Brugge en in de regio.

Voor de Vervoerregio Brugge is op die manier een radiaal netwerk uitgetekend met een sterke focus op bundeling van lijnen op de invalswegen van en naar Brugge. Zo ontstaan sterke stamassen vanuit Sijsele, Beernem en Oedelem, Oostkamp, Zedelgem en Loppem, Jabbeke, Blankenberge en Knokke-Heist.

Die sterke stamassen worden aangevuld met specifieke functionele lijnen en ritten die vooral rijden tijdens de spitsuren in functie van woon-school- en woon-werkverkeer.

Ook het stedelijk openbaar vervoer van Brugge is volledig hertekend. Er is uitdrukkelijk gekozen om een aantal sterke bundels te krijgen op een aantal radiale invalswegen door combinatie van stads- en streeklijnen.

Binnen de stadsgrens kunnen daardoor frequenties van 10 of 15 minuten gerealiseerd worden op de invalswegen. Daarnaast zijn ook nog een aantal meer ontsluitende stadslijnen ingetekend die zorgen voor de ontsluiting van de Brugse wijken en geënt zijn op ’t Zand en het Station.

Ook de centrumbediening zal er in de toekomst totaal anders uitzien met specifieke centrumlijnen die vanuit specifieke eindpunten (met een belangrijke relatie met het centrum) door het centrum zullen rijden.

Het avond- en het nachtnet in de Brugse regio wordt een verlengde van het reguliere netwerk. Er zijn geen afzonderlijke reiswegen meer, en ook geen andere lijnnummers voor de avondbediening. Op de belangrijkste stamassen wordt een verlengd aanbod voorzien.

Vervoer op maat

Lacunes in het regulier net worden ingevuld met het zogenaamde Vervoer op Maat (VoM). Elke vervoerregio krijgt daarvoor middelen ter beschikking vanuit Vlaanderen. 

Het Vervoer op Maat vormt een volwaardige en complementaire laag in het gelaagde vervoersmodel. Concreet moet het Vervoer op Maat voorzien in flexibele en vraaggestuurde oplossingen op die punten daar waar slechts een beperkte vervoersvraag resulteert in een beperkt vast aanbod vanuit de hogere lagen in het model. Het aanbod aan Vervoer op Maat in de Brugse regio is zeer breed. Waar het kern- en aanvullend net nog zones openlaten zonder vervoersaanbod, wordt door middel van Vervoer op Maat hieraan invulling gegeven.

Hier zijn de belangrijkste speerpunten:

  • de rol van de belbussen wordt opgenomen door verschillende systemen binnen het concept van Vervoer op Maat met keuzevrijheid voor de reiziger;
  • het Vervoer op Maat is volledig vraagvolgend en biedt een oplossing voor die gebieden die niet bediend worden door regulier openbaar vervoer;
  • faciliteren voor- en natransport – de zogenaamde first and last mile - door middel van fietsdeelsystemen;
  • vraaggestuurd flexibel vervoer voor doelgroepgebruikers (vervoer van personen met een rolstoel en vervoer van personen die begeleiding nodig hebben).
  • ...

Concept vervoer op maat

Er is een concept van vervoer op maat uitgewerkt dat op 4 sporen is geënt in onze vervoerregio:

  1. Flexvervoer (Vervoer op Maat – flex)
    Om de ‘witte vlekken’ in het vervoerssysteem kwaliteitsvol te kunnen ontsluiten, voorzien we een vraagafhankelijk systeem van flexibel vervoer. Dat vervoer richt zich zowel naar de open gebruiker als naar de doelgroepgebruikers (vervoer van personen met een rolstoel en vervoer van personen die begeleiding nodig hebben).

     
  2. Deelmobiliteit
    Deelmobiliteit vormt een belangrijke tweede pijler in het vervoerplan. Er wordt geïnvesteerd om de werking van zowel fiets- als autodeelsystemen regiobreed uit te rollen.

     
  3. Semi-flex vervoer naar specifieke attractiepolen (Vervoer op Maat – semi-flex)
    Specifieke attractiepolen, zoals de haven, het Zwin en de stad Damme (in functie van toeristisch verkeer), kunnen vraagafhankelijk ontsloten worden binnen het concept van Vervoer op Maat. De ambitie is om de ontsluiting van AZ Zeno eveneens te integreren binnen het concept van vervoer op maat.

     
  4. Aanvullende vaste lijnen (Vervoer op Maat – vast)
    Voor een aantal specifieke verbindingen wordt een vaste lijn voorzien, onder meer voor de relatie Brugge – Zeebrugge en de zuidelijke ontsluiting van de vervoerregio tussen de stations Torhout en Beernem. De centrumbus van Blankenberge blijft ook behouden binnen het concept Vervoer op Maat. 

Volgende stappen OV-plan

De komende maanden wordt samen met de gemeenten gewerkt aan de praktische kant van het nieuwe netwerk: exacte reiswegen, haltelocaties, doorstroming, toegankelijkheid, tarifering van het Vervoer op Maat (VoM)...

Regionaal mobiliteitsplan

De vervoerregio Brugge heeft een voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan uitgewerkt. Dat plan legt de globale mobiliteitsvisie voor de komende 10 jaar (met een doorkijkperiode van 30 jaar) vast voor de vervoerregio op een strategisch niveau, en dat voor alle vervoerswijzen. In dit voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan werd rekening gehouden met het Ontwerp plan-MER. Het Ontwerp plan-MER beschrijft de mogelijke milieueffecten van het voorlopig Ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan. Iedereen kan deze documenten inkijken en opmerkingen meegeven.

Het Regionaal Mobiliteitsplan kadert binnen basisbereikbaarheid, de Vlaamse visie op mobiliteit. Met basisbereikbaarheid zet Vlaanderen in op een efficiënter, duurzamer en flexibeler vervoer waarin het combineren van verschillende vervoermiddelen centraal staat. Voor de realisatie van basisbereikbaarheid werden de driehonderd Vlaamse steden en gemeenten opgedeeld in 15 vervoerregio’s. Binnen deze vervoerregio’s werken de gemeenten samen een mobiliteitsplan uit, specifiek voor hun regio.

De vervoerregio Brugge is samengesteld uit deze 9 gemeenten: Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, Jabbeke, Knokke-Heist, Oostkamp, Zedelgem, Zuienkerke.

Basisbereikbaarheid: vraaggestuurde mobiliteitsvisie vanuit de regio’s

In juni 2019 trad het decreet Basisbereikbaarheid in werking. Met dit decreet wil Vlaanderen overschakelen van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. Een concept waarbij een vraaggestuurde visie op mobiliteit en combimobiliteit centraal staat. Om te kunnen uitgaan van een regionale benadering werden 15 vervoerregio’s opgericht.  De vervoerregio Brugge is daar één van.  In de vervoerregioraad Brugge zijn alle 9 gemeenten vertegenwoordigd, alsook de Vlaamse overheid, het provinciebestuur en NMBS/Infrabel. Deze raad is het officieel overlegplatform dat de korte en langetermijnbeleidsvisie inzake mobiliteit voor de hele regio moet vaststellen.

Mobiliteit stopt natuurlijk niet aan de grens van de vervoerregio, daarom is er ook afstemming met de aangrenzende vervoerregio’s.

Verbeteren modal split

Het nieuwe openbaar vervoerplan moet leiden tot een sterkere concurrentiepositie voor het openbaar vervoer in de vervoerregio en op die manier een alternatief vormen voor heel wat autoverplaatsingen. Zo wordt een goede basis gelegd om binnen een budgetneutraal kader het aandeel van duurzame modi in de modal split in de komende jaren te laten groeien.

De nodige maatregelen om ook op langere termijn naar een betere en duurzame mobiliteit te gaan in de regio worden in het komende jaar verder uitgewerkt in het regionaal mobiliteitsplan.

Vier vervoerlagen

Basisbereikbaarheid bestaat uit vier vervoerlagen:

  1. het treinnet (NMBS)
  2. het kernnet (busverbindingen tussen belangrijke steden)
  3. het aanvullend net (o.a. ontsluitende buslijnen vanuit kleinere steden en gemeenten)
  4. het vervoer op maat (lokale, al dan niet private, initiatieven, zoals bijvoorbeeld de buurtbus, taxi’s en doelgroepenvervoer)

De vervoerregio adviseert over het trein- en het kernnet, en stippelt zelf het aanvullend net en het vervoer op maat uit.

Budgetneutraal en afgestemd op noden van de reiziger

Vervoerregio Brugge ging, net als de andere vervoerregio’s, aan de slag met duidelijke spelregels voor de opmaak van dit plan. Basisbereikbaarheid en budgetneutraliteit zijn daarbij bepalend. 

Op basis van de onderzoeksvragen van de gemeenten werd het eerste voorstel bijgestuurd door de Vervoerregio Brugge. ‘Daarbij zijn de algemene basisprincipes en criteria van Basisbereikbaarheid altijd als richtlijn gebruikt, zowel om onderzoeksvragen consequent en objectief te beantwoorden, als om prioritaire aanpassingen te bepalen”, zegt Hannelore Deblaere, covoorzitter van Vervoerregio Brugge.

De uitwerking van het plan is gebeurd in overleg met de betrokken steden en gemeenten van de Vervoerregio Brugge. ‘We hebben daarbij geprobeerd om maximaal tegemoet te komen aan alle vragen en opmerkingen, zolang ze kaderden in de algemene principes en richtlijnen van het decreet Basisbereikbaarheid’, zegt Hannelore Deblaere nog.

Mobipunten

Mobipunten zullen een belangrijk ankerpunt vormen voor de flexibele en vraaggestuurde vervoersoplossingen binnen het Vervoer op Maat, en voor de koppeling met het bovenliggende netwerk van vervoerlagen.

Een mobipunt is een vervoersknooppunt, een herkenbare plek waar verschillende vervoersmodi zoals fietsvoorzieningen, openbaar vervoer en deelmobiliteit aan elkaar worden gekoppeld. Die vervoersmodi zijn op elkaar afgestemd en worden bij voorkeur aangevuld met extra diensten. Het mobipunt wordt ruimtelijk ook optimaal georganiseerd. Doel van de mobipunten is de combimobiliteit te faciliteren, zodat de toegang tot, en overstap tussen de verschillende vervoersmogelijkheden eenvoudiger wordt.

Iets fout of onduidelijk op deze pagina?

Laat het ons weten

Volg ons op sociale media