
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze morgen principieel beslist dat Brugge zal meedingen naar de titel van Europese Culturele Hoofdstad in 2030. Dit jaar is het precies twintig jaar geleden dat Brugge (in 2002) Europese Culturele Hoofstad werd. Sinds 2002 worden elk jaar twee Europese steden – lang op voorhand - als Culturele Hoofdsteden aangeduid. Momenteel is al beslist dat in 2030 België – met Cyprus – weer aan de beurt komt.
Tot nog toe waren volgende Belgische steden al Europese Culturele Hoofdsteden:
- Antwerpen in 1993
- Brussel in 2000
- Brugge in 2002
- Bergen in 2015
Voor de titel in 2030 hebben zich ondertussen al zeven steden in België kandidaat gesteld: Gent, Brussel, Leuven, Luik, Kortrijk, Oostende en Turnhout.
Er is geen enkel probleem om twee keer uitverkoren te worden als Culturele Hoofdstad. Luxemburg is het al een paar keer geweest (1995 en 2007). En ook Brussel, dat al in 2000 Europese Culturele Hoofdstad was, stelt zich nu weer uitdrukkelijk kandidaat voor 2030. Het is dus perfect mogelijk, ook voor Brugge.
Wat Brugge voor ogen houdt, is de economische return die een dergelijk verhaal met zich meebrengt. De cijfers uit 2002 tonen aan dat handel en horeca hier ook de vruchten van plukken. Maar zo’n titel zorgt ook voor een enorme boost voor de culturele sector.
Maakt Brugge überhaupt een kans?
2030 is natuurlijk voor België niet toevallig gekozen, dat hangt nauw samen met het 200-jarig bestaan van België (1830) dus kan symbolisch de kandidatuur van Brussel – als federale én Europese hoofdstad – in dat jaar wel erg zwaar doorwegen.
Ook andere Vlaamse centrumsteden als Gent en Leuven dienen hun kandidatuur in en zijn ook niet kansloos. De keuze van een internationale jury van Europese cultuurexperten zal zwaar doorwegen bij de uiteindelijke beslissing. De originaliteit van de kandidatuur én van de inhoud van het kandidaatsdossier kunnen dus ook beslissend zijn. Daarom wil Stad Brugge, samen met de culturele partners, hard werken aan een sterk en origineel dossier. Dat werk zal de komende maanden op de plank liggen.
Brugge heeft de voorbije jaren al heel veel in culturele infrastructuur geïnvesteerd, en we zijn als stadsbestuur ook verder doorgegaan op het culturele elan dat dit Europees Jaar met zich meebracht.
Het specifieke en originele van de Brugse kandidatuur zou er dus juist in kunnen bestaan, dat Brugge niet gaat bedelen voor nog meer infrastructuur, maar dat Brugge juist de bestaande en soms eeuwenoude infrastructuur en stad aanbieden als podium of plek waar diverse landen en artiesten dan hun eigen invulling aan kunnen geven. Uit de stadsmonitor van 2020 blijkt bovendien dat maar liefst 85,6% van onze inwoners zeer tevreden zijn over deze culturele infrastructuur.
Totaalbudget bijna integraal artistiek aanwenden
En dat zou meteen ook een boodschap naar de culturele wereld én naar andere Europese steden all-in kunnen zijn: niet altijd méér en méér, de creatieve kracht en de artistieke vertaling zijn uiteindelijk het belangrijkste.
Brugge is een stad die nu al elk jaar door acht miljoen mensen bezocht wordt: Brugge hoeft dus ook geen Europese Culturele Hoofdstad te zijn en veel promotionele budgetten aan te wenden om meer volk naar de eigen stad te lokken. Integendeel: we kunnen het totaalbudget dat bij zo’n Europese Culturele Hoofdstad-titel bijeen verzameld wordt, bijna integraal artistiek aanwenden.
Hoe ziet de procedure eruit?
- 2024 – zes jaar voor het Europese Jaar 2030 – starten de geselecteerde lidstaten (België en Cyprus in dit geval) een interne competitie en publiceren ze een open oproep tot het indienen van aanvragen voor het eigen land.
- 2025: de ingediende aanvragen worden kort na de preselectiefase door een internationaal panel van onafhankelijke experten (zowat 10 mensen, waaronder tot nu toe ook telkens twee experten uit het gastland zelf) getoetst aan een set van criteria. Dit leidt tot een shortlist van kandidaat-steden die vervolgens een definitief bidbook moeten indienen.
- 2025: het internationaal experten-panel beoordeelt de definitieve aanvragen en beveelt per gastland één stad aan voor de titel, dat advies wordt ook al publiek naar buiten gebracht.
- 2026: de relevante overheid voor dat land, in het federale België is dat het Overlegcomité, aangezien cultuur een regionale materie is, wijst uiterlijk vier jaar voor het titeljaar vervolgens de titelstad aan als Culturele Hoofdstad van Europa voor dat betrokken jaar en volgt hierbij normaliter het advies van het experten-panel. De rol van de Europese Commissie is (beperkt) ervoor te zorgen dat de regels die op EU-niveau zijn vastgelegd, overal werden nageleefd.
- 2027 en volgende jaren tot 2030: verdere uitwerking en voorbereiding voor het titeljaar door de titeldragende stad per gastland, die hierin wordt bijgestaan en opgevolgd door het experten-panel.