Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het bouwen, verkavelen en op de beplantingen

De stedenbouwkundige verordeningen omvatten stedenbouwkundige voorschriften die van toepassing zijn bij bouwactiviteiten.
De voorschriften kunnen betrekking hebben op :

  • afbraakwerken
  • bouwhoogte
  • daken
  • functiewijzingen
  • garagepoorten
  • gevels schilderen en pleisteren
  • groenbescherming
  • materiaalgebruik
  • minimum verblijfsoppervlakte
  • opsplitsen van een pand
  • parkeerruimtes en fietsstallingen
  • vellen en aanplanten van beplantingen
  • voortuinen

Waar is een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van toepassing?

Ze gelden doorgaans voor het volledig Brugs grondgebied.
Sommige bepalingen zijn alleen van toepassing in bepaalde delen van de stad zoals de binnenstad en de Lisseweegse dorpskom of in landelijke gebieden. Of soms alleen voor gebouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Aanpassing gemeentelijke stedenbouwkundige verordening mobiliteitsaspecten - artikel 10 tot en met 14

Het besluit met de definitieve vaststelling gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het bouwen, verkavelen en op de beplantingen werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 oktober 2023. De wijziging van de verordening treedt in werking 14 dagen na deze bekendmaking.

Voor een centrumstad is een toekomstgericht mobiliteitsbeleid onmisbaar. De wijziging wil het mogelijk maken om alternatieve oplossingen voor de parkeerbehoefte uit te werken bij projecten met een bepaalde schaalgrootte en zo de principes van een duurzaam parkeerbeleid te verankeren in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.

Een alternatieve oplossing inzake mobiliteit met een gunstig effect op de parkeerbehoefte, is bijvoorbeeld werken met deelwagens. Conform artikel 12 van de stedenbouwkundige verordening, kan één parkeerplaats voor een deelauto tot vier autoparkeerplaatsen vervangen. Hierbij gelden enkele voorwaarden:

  • Voorwaarde 1: Erkend deelplatform - de deelwagens moeten aangeboden worden via een in Vlaanderen erkend deelplatform
  • Voorwaarde 2: Back-to-one systeem - de deelwagens moeten in een back-to-one systeem zitten - dat betekent dat de wagen na het beëindigen van de rit terug op de voorbehouden standplaats gezet moet worden
  • Voorwaarde 3: Voorbehouden parkeerplaats - elke deelwagen krijgt een voorbehouden parkeerplaats binnen de projectzone of op een privaat terrein op maximaal 250 meter van de projectzone - deze wordt ingetekend op de plannen
  • Voorwaarde 4: Er moet een contract worden voorgelegd met een duidelijke duurtijd tussen de aanvrager en het deelplatform - het gaat om een engagement op lange termijn
  • Voorwaarde 5: De ontwikkelaar voorziet een nota met uitleg over hoe de wagen geïntegreerd wordt in het project
  • Voorwaarde 6: De verhouding deelwagens en particuliere wagens moet realistisch zijn, conform de kenmerken van het type project. Eén parkeerplaats kan maximum vier autoparkeerplaatsen vervangen.

Deze beoordeling gebeurt door de Dienst Mobiliteit. De projectontwikkelaar kan steeds vrijblijvend advies opvragen via mobiliteit@brugge.be.

Meer informatie op www.brugge.be/autodelen.

BPA en RUP?

Als de stedenbouwkundige verordeningen strijdig zijn met de voorschriften van een geldend BPA, RUP of niet vervallen verkaveling dan geldt in deze gevallen de regelgeving van dit BPA, RUP of de verkaveling.

Voor items die niet in een BPA, RUP of niet-vervallen verkaveling zijn geregeld, gelden de voorschriften van deze verordening wel.

Contactinformatie