
Stad Brugge heeft een uitgebreide reglementering die het welzijn, de verzorging en de werking van de Brugse koetspaarden regelt. Er wordt nauwgezet toegezien op de gezondheidstoestand van de paarden en de werk- en rusttijden.
Het reglement, dat in overleg met GAIA tot stand kwam, kun je hier raadplegen.
De koetsiers nemen zelf extra maatregelen bij warm weer. Zodra de temperatuur 25 graden in de schaduw bedraagt, worden twee paarden ingezet waarbij het eerste paard rijdt van 9.00 tot 17.00 uur en het tweede paard van 17.00 tot 22.00 uur. De paarden krijgen aangepast voeder met elektrolyten dat extra zout en mineralen bevat. Bij de halteplaatsen worden schaduwplekken opgezocht. Daar is water aanwezig om de paarden te bevoorraden en om ze regelmatig af te koelen.
Vanaf 30 graden in de schaduw rijden de paarden niet uit of stoppen ze met rijden. De koetsiers volgen de weersvoorspelling van het KMI dag per dag op, zodat ze direct kunnen ingrijpen als het te warm wordt.
Dankzij de afkoelende zeebries zijn de temperaturen in Brugge gelukkig minder hoog dan in het binnenland of in Limburg.