Met tijdelijk wonen kan je een stuk van je woning delen met asielzoekers of erkende vluchtelingen, of met mensen wiens woning onbewoonbaar is geworden door onvoorziene omstandigheden. Meestal volstaat een melding, soms heb je een vergunning nodig.

Op deze pagina: 

  • lees je wat stedenbouwkundig mogelijk is en hoe je eventueel een melding kan doen of vergunning aanvragen;
  • vind je een wegwijzer voor een correcte inschrijving in het bevolkingsregister;
  • leer je over de impact op eventuele uitkeringen.

Indien je meer wil weten over grootschalige opvanginitiatieven, of tijdelijke schoolinfrastructuur met het oog op de opvang van Oekraïense vluchtelingen kan je terecht op deze webpagina van Omgeving Vlaanderen.

Wat zijn de voorwaarden voor een melding tijdelijk wonen?

De opvang van asielzoekers of erkende vluchtelingen of de opvang van mensen wiens woning door onvoorziene omstandigheden onbewoonbaar is geworden in een hoofdzakelijk vergunde woning die je zelf bewoont, is doorgaans meldingsplichtig.

Voor deze melding tijdelijk wonen moet je voldoen aan deze 6 voorwaarden:

  1. In een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd;
  2. De ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid;
  3. De ondergeschikte wooneenheid maakt maximaal één derde uit van de bruto-vloeroppervlakte van de volledige woning;
    Hierbij wordt de oppervlakte van de ruimten die met de hoofdwooneenheid gedeeld worden niet bij de oppervlakte van de ondergeschikte wooneenheid gerekend.
  4. De creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van:
    1. asielzoekers en vluchtelingen die op grond van artikel 6, § 1, vierde lid, en artikel 8, § 1, van de wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen van 12 januari 2007 de opvang van Fedasil moeten verlaten;
      Ook burgers met het statuut van tijdelijk ontheemde horen hierbij.
    2. of burgers wiens woning onbewoonbaar is geworden door onvoorziene omstandigheden;
  5. De huisvesting is tijdelijk voor een totale duur van maximaal drie jaar per goed;
  6. De hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid zijn eigendom van dezelfde perso(o)n(en), of onderneming(en).

Goed om te weten!

Om een volledige hoofdzakelijk vergunde woning ter beschikking te stellen voor de opvang van één gezin heb je geen omgevingsvergunning of melding nodig. In deze situatie bewoon je de woning zelf niet.

Wanneer heb je toch een vergunning nodig?

Als niet aan alle 6 voorwaarden voor de melding tijdelijk wonen voldaan is, is een omgevingsvergunning nodig. Het is in deze situatie aangewezen om vooraf een schetsontwerp en/of een uiteenzetting van je plannen aan de dienst omgevingsvergunningen te bezorgen via omgevingsvergunning@brugge.be

Een omgevingsvergunning is ook nodig in volgende situaties:

  • De opvang voorzien wordt op erfgoedlocaties:
    • waar voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn;
    • of die in voorlopig of definitief beschermde cultuurhistorische landschappen, of in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische sites, gelegen zijn.
  • De opvang strijdig is met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of vergunningen voor het verkavelen van gronden, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen, of andere regelgeving die op de bewuste locatie van toepassing is.

Het verschil tussen een melding en een vergunning is voor jou als aanvrager vooral merkbaar in de behandelingstermijn van de aanvraag. Bij een melding hou je best rekening met 31 dagen tot de start van de uitvoering van de melding, wanneer een omgevingsvergunning vereist is kan dit oplopen tot 4,5 à 6 maanden tussen het indienen van de aanvraag en de start van de uitvoering van de vergunning. De samenstelling van de aanvraag is, op het aanvraagformulier na, gelijk.

Hoe dien je een aanvraag in?

Bezoek de webpagina over het indienen van een omgevingsvergunning voor meer info hierover.

Hoe zet je tijdelijk wonen stop?

Voor een stopzetting van de tijdelijke opvang moet je opnieuw een melding indienen via het Omgevingsloket.

Meer informatie: 050 44 5400 of omgevingsvergunning@brugge.be

 

Hoe zorg je voor een correcte inschrijving in het bevolkingsregister?

Is je melding of omgevingsvergunning in orde? Dan dien je je nog te laten inschrijven in het bevolkingsregister. In geval van tijdelijk wonen word je ingeschreven in het bevolkingsregister als apart gezin. De dienst administratie Burgerzaken doet hiervoor een adreswijziging met speciale code. Het adres is het adres naar waar je zal  verhuizen of waar je reeds woont, er zal geen busnummer worden toegekend.
Door de registratie met specifieke code door administratie Burgerzaken word je nl als een apart gezin beschouwd. Hierdoor ben je in orde voor je uitkeringen. (zie luik over impact op uitkeringen)

Voor een adreswijziging tijdelijk wonen maak je ofwel een afspraak “adresverandering- verhuis Belg" of "adresverandering- verhuis niet-belg” of vraag je adreswijziging aan via de knop  “Online aanvragen”.

Meer informatie: Huis van de Bruggeling, 050 44 8000 of info@brugge.be 

Online aanvragen

Wat is de impact op eventuele uitkeringen?

Als asielzoeker, erkend vluchteling, of persoon die uit een onbewoonbare woning komt word je in het bevolkingsregister ingeschreven onder een specifieke code. Dat betekent dat jij en het opvanggezin niet als één gezin worden beschouwd. Als één van jullie een uitkering krijgt, worden jullie dus niet als samenwonend beschouwd. Om zeker te zijn, doe je het best navraag bij de instantie die je een uitkering toekent.

Meer informatie: Huis van de Bruggeling, 050 44 8000 of info@brugge.be

 

Vaktermen

  • Ondergeschikte wooneenheid
    Wooneenheid die niet helemaal op zichzelf als een volledig aparte woning zou kunnen functioneren. Er moeten op zijn minst voldoende gemeenschappelijke ruimtes aanwezig zijn.
  • Bruto-vloeroppervlakte
    De bruto-vloeroppervlakte wordt berekend op basis van de afstanden (lengte en breedte) aan de buitenzijde van de constructie, waarbij alle vloerniveaus worden opgeteld. De oppervlakte van de gebruikelijke kelder en de niet ingerichte, maar enkel voor opslag te gebruiken zolder worden niet meegeteld. Gaat het om een gebouw met gemene muren, dan wordt gemeten tot het midden van de gemene muur.
  • Hoofdzakelijk vergunde woning
    Woning waarvan ten minste negentig procent van het bruto-bouwvolume van de constructie, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met uitsluiting van het volume van de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld en van de fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, vergund of vergund geacht is, ook wat de functie betreft.

Contactinformatie